(gooide weg, heeft weggegooid),
1. van zich gooien, neer of ergens in gooien om zich ervan te ontdoen: oud papier weggooien; (fig.) geld (aan iets) weggooien, nutteloos besteden; dat is weggegooid geld, dat levert niets op;
2. afwijzen: u moet dat zo niet weggooien, het is het wel waard, dat u erover denkt; iets ver weggooien, er niets van willen weten; zichzelf weggooien, een slecht leven leiden; zichzelf niet weggooien, geen geringe dunk van zichzelf hebben.