Belg. rijksfonds, ingesteld bij wet van 9.8.1955 als een van de Staat onderscheiden administratie met eigen rechtspersoonlijkheid, dat voor rekening van de Staat de werken tot aanleg van autowegen en tot verbetering en modernisering van de rijkswegen uitvoert. Het is o.m. gemachtigd daartoe onteigeningen te verrichten.
Bij wet van 5.1.1977 verkreeg het Wegenfonds de opdrachten:
1. het gewoon onderhoud van het wegennet;
2. de financiële dienst van zijn schuld en het toekennen van retributies aan de intercommunales voor autowegen;
3. de oprichting en de uitbating van de diensten gelegen langs de autosnelwegen;
4. de verbetering, de modernisering en het onderhoud van deze wegen. De financieringsbronnen van het Wegenfonds zijn:
1. de opbrengst van door de Staat gewaarborgde leningen;
2. eventuele schatkistvoorschotten;
3. het bedrag van een jaarlijkse dotatie. Voor Nederland: Rijkswegenfonds.
LITT. J. Denduyver, De wegkosten (1966).