o. (-schepen), schip dat voor het verrichten van weerkundige waarnemingen, o.a. ten behoeve van de luchtvaart, enige tijd op een vaste post op zee ligt.
Een weerschip is behalve met instrumenten voor het doen van waarnemingen in de onderste luchtlagen, ook uitgerust met radiosondes en radar voor het verrichten van waarnemingen in de hogere niveaus. Bovendien worden enkele oceanografische waarnemingen gedaan. Voor aërologische waarnemingen worden steeds meer meteorologische satellieten gebruikt, waardoor het belang van weerschepen afneemt. Op de Atlantische Oceaan zijn sinds 1975 nog slechts op vier vaste punten weerschepen gestationeerd, op de Grote Oceaan twee. Nederland beschikt over het weerschip de Cumulus.
