Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Watten

betekenis & definitie

v./m. (mv.), vezelvliezen van katoen waarin de vezels kriskras door elkaar liggen; (fig.) iemand in de watten leggen, al te teerhartig behandelen, te veel ontzien. .. Watten bestaan vrijwel geheel uit zuivere katoen. Uit kostprijsoverwegingen verwerkt men vaak de korte vezels, zoals de afval uit de kammerij. Deze vezels worden goed ontvet, zodat de cuticula, het natuurlijke waslaagje dat de vezels omhult, geheel wordt opgelost, evenals de resten van de katoenzaden. Deze verwerking noemt men het kierkoken. Na het ontvetten worden de vezels gekaard en de dunne vliezen die hierin ontstaan worden laagsgewijs opgewikkeld tot de vereiste dikte van de watten is verkregen. Een belangrijke eigenschap van watten is het vochtopnemende vermogen.

Naast de zuivere watten kan men ook watten kopen die met verschillende chemicaliën zijn geïmpregneerd, al naar gelang de toepassing: o.a. boorzuurwatten, salicylwatten en kininewatten of bloedstelpende watten. Ook kent men de vette watten. Deze hebben hun natuurlijke waslaag behouden en soms zelfs ook de zaadresten. Zij nemen slecht vocht op en worden toegepast om vochtige windsels af te dekken of om warme compressen lang warm te houden. Naast deze medicinale watten kent men nog de witte en de grauwe watten, die vooral vroeger veel in kleding werden verwerkt om meer stevigheid en volume te geven. Deze watten worden veelal gemaakt van lompen en textielafval.

De lompen worden eerst gescheurd en vervolgens gekaard. De witte watten werden gemaakt van witte lompen en ook gebleekt, terwijl voor de grauwe watten de gekleurde lompen werden gebruikt. De boven-en onderkant werd vaak van een licht lijmlaagje voorzien om enige stevigheid te verkrij

Watten bestaan vrijwel geheel uit zuivere katoen. Uit kostprijsoverwegingen verwerkt men vaak de korte vezels, zoals de afval uit de kammerij. Deze vezels worden goed ontvet, zodat de cuticula, het natuurlijke waslaagje dat de vezels omhult, geheel wordt opgelost, evenals de resten van de katoenzaden. Deze verwerking noemt men het kierkoken. Na het ontvetten worden de vezels gekaard en de dunne vliezen die hierin ontstaan worden laagsgewijs opgewikkeld tot de vereiste dikte van de watten is verkregen. Een belangrijke eigenschap van watten is het vochtopnemende vermogen.

Naast de zuivere watten kan men ook watten kopen die met verschillende chemicaliën zijn geïmpregneerd, al naar gelang de toepassing: o.a. boorzuurwatten, salicylwatten en kininewatten of bloedstelpende watten. Ook kent men de vette watten. Deze hebben hun natuurlijke waslaag behouden en soms zelfs ook de zaadresten. Zij nemen slecht vocht op en worden toegepast om vochtige windsels af te dekken of om warme compressen lang warm te houden. Naast deze medicinale watten kent men nog de witte en de grauwe watten, die vooral vroeger veel in kleding werden verwerkt om meer stevigheid en volume te geven. Deze watten worden veelal gemaakt van lompen en textielafval.

De lompen worden eerst gescheurd en vervolgens gekaard. De witte watten werden gemaakt van witte lompen en ook gebleekt, terwijl voor de grauwe watten de gekleurde lompen werden gebruikt. De boven-en onderkant werd vaak van een licht lijmlaagje voorzien om enige stevigheid te verkrijgen.

< >