Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Waterturbine

betekenis & definitie

v. (-s), watermotor, m.n. turbine gedreven door water.

In de waterturbine wordt de energie van stromend of vallend water aan een schoepenrad overgedragen. Via speciale schachten wordt het water naar het schoepenwiel geleid, en na die gepasseerd te zijn stroomt het aan de andere zijde, hetzij evenwijdig aan de wielas (axiaal) of wielstraalsgewijs (radiaal) naar buiten weg. De turbineas staat meestal verticaal. Wanneer de hoeveelheid water veranderlijk is en de snelheid discontinu, terwijl de arbeid die de waterturbine moet verrichten veranderlijk is, dan is deze voorzien van een instelinrichting waarbij door gedeeltelijke afsluiting van de toevoerkanalen in het leidrad de hoeveelheid water kan worden aangepast. De waterturbine wordt gebouwd aan de voet van een natuurlijke waterval of aan een stuwdam waarbij het neerstortende water over een turbinewiel wordt geleid.

Waterturbines zijn te onderscheiden in samengestelde turbines (compoundturbines) met verscheidene achter elkaar (in serie) geplaatste schoepenwielen die ieder afzonderlijk door het water worden aangedreven (echter met afnemende druk) en in parallel geschakelde turbines waarbij elk schoepenwiel door een deel van de totale hoeveelheid water wordt aangedreven onder de volle waterdruk. Dit laatste type wordt voor grote snelheden toegepast. De waterturbines zijn ook onder te verdelen in gelijkdrukturbines en in overdrukturbines. Bij de gelijkdrukturbine is de druk van het water bij in-en uittrede gelijk. Bij overdrukturbines is de intreedruk hoger dan die bij uittreding. Men onderscheidt de waterturbines ook wel naar de constructie in peltonturbines voor valhoogten van 2000—1000 m, francisturbines (500—20 m) en kaplanturbines (80—2 m). turbine.

< >