m. (-s), stoomketel waarbij het verwarmend oppervlak vrijwel geheel wordt gevormd door pijpenbundels, waardoor het ketelwater stroomt en waarom
de rookgassen stromen.
De pijpenbundels van de waterpijpketel zijn om de vuurhaard gebouwd en lopen tussen de stoomhouder boven in de ketelinstallatie en de waterhouders, die lager zijn aangebracht. Zie Babcock & Wilcoxketel.