v. (-en),
1. plaats waar gewassen wordt; bedrijf ter reiniging van kleding en andere textiele goederen;
2. het gedurig wassen.
Het reinigen van textielgoederen en/of kleding werd vroeger in de wasserij uitgevoerd in grote trommelwasmachines, waarvan de roterende trommel vaak in vakken was verdeeld en tot 350 kg wasgoed kon bevatten. Het wasgoed werd eerst gemerkt en gesorteerd in wit wasgoed, bont wasgoed, wollen goederen en fijne weefsels. Het wasproces omvatte inweken, 1—2 maal wassen met een oplossing van zeepwasmiddel of zeep in onthard water, uitspoelen in warm en koud water, en bij wit wasgoed bleken met een hypochlorietoplossing bij 25—30 °C, gevolgd door uitspoelen en nabehandelen met antichloor (natriumhyposulfiet of natriumsulfiet). Na herhaald spoelen werd het grootste deel van het water verwijderd door centrifugeren in grote centrifuges (diameter 2-4 m), voordat het wasgoed werd afgewerkt door drogen in trommeldrogers of mangelen dan wel persen. De temperatuur van de zeepoplossing bedroeg bij wit wasgoed ca. 95°C, bij bont wasgoed ca. 50°C en bij wollen goederen maximaal 30°C, terwijl deze slechts een zwakke mechanische bewerking ondergingen teneinde vervilten te voorkomen. De gehele duur van het wasproces bedroeg bij wit wasgoed 1,5—2 h, bij bont wasgoed ca. 1 h en bij wollen goederen 10—20 min, terwijl bij het drogen hiervan bijzondere voorzorgen in acht genomen moesten worden. Doordat de goederen voor en na het wassen gesorteerd moesten worden, was het gehele bedrijf zeer arbeidsintensief.
Bij reorganisatie van de wasserijen werden de trommelwasmachines meestal vervangen door een of meer tunnelwasmachines. In een tunnel met een diameter van 1,5—2 m en een lengte van 15—20 m bevindt zich een horizontale cilindrische trommel met 18—22 compartimenten, die continu roteert. Het wasgoed doorloopt achtereenvolgens alle compartimenten, waarin het slechts enkele minuten verblijft. Hierdoor is de duur van het wasproces teruggebracht tot ca. 30 min, terwijl per uur tot 1000 kg wasgoed kan worden behandeld. Het vuile wasgoed wordt op een transportband, waarop door besproeien met een wasmiddeloplossing tevens het inweken plaatsvindt, in het eerste compartiment gebracht. Het schone wasgoed gaat naar een centrifuge en van daar naar een mangel, droogtrommel of de persafdeling.
Het gehele proces wordt bestuurd door een computer. Door toepassen van het tegenstroomprincipe voor het spoelwater en de wasmiddeloplossingen wordt een aanzienlijke besparing van wasmiddel en water bereikt, zodat per kg wasgoed slechts 20-15 liter water nodig is. Bij het eigenlijke wassen wordt per kg wasgoed ca. 5 liter wasmiddeloplossing gebruikt, die 8-10 g (synthetisch) wasmiddel bevat, terwijl de temperatuur voor wit wasgoed tot 90°C en voor bont wasgoed 60-65°C bedraagt. Door de automatisering zijn de personeelskosten aanzienlijk lager, hoewel hiertegenover een belangrijke kapitaalsinvestering staat. Textielprodukten die niet met een in water opgelost wasmiddel kunnen worden behandeld of om andere redenen een speciale bewerking vereisen, worden chemisch gereinigd. chemisch reinigen.