Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Warschau

betekenis & definitie

(Pools: Warszawa), hoofdstad van Polen, hoofdstad van de gelijknamige województwo (3794 km2,2,1 mln. inw.), gelegen aan de Wisla, 1,4 mln. inw. In 1940 bedroeg het aantal inwoners 1,3 mln., in 1945 nog slechts 378000.

Aan de rechteroever van de Wisla ligt de voorstad Praga. Warschau is zetel van de regering. De stad heeft een veelzijdige industrie, vooral in de voorsteden: machines, bouwmaterialen, auto’s, edelstaal en uiteenlopende lichte industrie. Het is tevens het grootste cultuurcentrum van Polen: universiteit, een achttiental hogescholen, 20 theaters, concertgebouwen, uitgeverijen, kantoren van landelijke dagen weekbladen. Na de Tweede Wereldoorlog is Warschau voor ruim 75 % opnieuw aangelegd en het heeft daarbij veel bomen en gazons gekregen. Brede groenstroken scheiden het woonen industriegedeelte.

De oude binnenstad is deels opgetrokken in middeleeuwse, deels in renaissancestijl van de 16e eeuw. De vroegere paleizen en de vele (barok)kerken werden nagenoeg alle in de oude gedaante herbouwd. De wederopbouw vergde in de jaren 1946-49 ruim 10 % van alle Poolse investeringen. Het Cultuurpaleis, dat een geschenk is van de USSR, werd in Sovjetstijl gebouwd. GESCHIEDENIS. Warschau ontstond begin 13e eeuw als residentie van het hertogdom Mazowsza (Masovië), werd in 1573 hoofdstad van Polen, maar van 1596—1609 ging deze functie terug over op Kraków. Van 1655—56 en van 1702—04 was Warschau bezet door de Zweden en van 1764-74 en van 1793—94 door de Russen.

Van 1794—1806 was Warschau Pruisisch, vervolgens was de stad hoofdstad van het door de Franse keizer Napoleon in het leven geroepen groothertogdom Warschau. In 1813 werd het hoofdstad van het koninkrijk Polen, dat tot 1831 een personele unie vormde met Rusland, maar na een vergeefse opstand werd ingelijfd. In 1918 werd Warschau hoofdstad van de Poolse republiek. Een gedeelte van de stad, die in 1939 zwaar werd gebombardeerd, werd door de Duitse bezetter ingericht tot verzamelgetto voor duizenden joden uit de Oosteuropese landen. De getto-opstand van 1943 leidde tot volkomen verwoesting van het stadsdeel en liquidatie van de joden. De grote Poolse opstand te Warschau in 1944 werd onderdrukt.

In 1945 bleek 75 % van de woonhuizen, 90 % van de bedrijven en kerken en historische monumenten en 60 % van de grondleidingen (waterleiding, gas, elektriciteit) verwoest; 540000 mensen (afgezien van de joden) waren om het leven gekomen. De herbouw nam bijna twee decennia in beslag.

LITT. A.Ciborowski, Warsaw, a city destroyed and rebuilt (1964).

< >