v., het zoveel mogelijk belemmeren van geleiding of uitstraling van warmte; de daartoe dienende constructie.
Warmte-isolatie is een onderwerp dat sinds de energiecrisis in 1973, gezien de steeds schaarser en duurder wordende fossiele brandstoffen, sterk in de belangstelling staat. Door middel van warmte-isolatie wordt het warmteverlies beperkt, hetgeen leidt tot de zo noodzakelijke energiebesparing. Warmte-isolatie kan betrekking hebben op gebouwen, maar ook op installaties, boilers, apparatuur, transportleidingen enz. De wijze waarop eisen gesteld kunnen worden aan de isolatie van gebouwen vindt men in het normblad NEN 106
8. Voor de isolatie van bestaande woningen is door de overheid een Nationaal Isolatie Programma (NIP) gelanceerd. Het NIP heeft tot doel om in een periode van 12 jaar ca. 2,5 mln. woningen te isoleren, en wel op vrijwillige basis. Warmte-isolatie van gebouwen kan o.a. inhouden het vullen van spouwmuren, het vervangen van enkele door dubbele beglazing, het aanbrengen van een laag isolatiemateriaal op een dak of onder een vloer.
LITT. E.Tammes en B.H.Vos, Warmteen vochttransport in bouwconstructies (1980); NEN 1068, Thermische isolatie van gebouwen (1980).