Belg. wet van 3.1.1933, die de wapenhandel regelt. Deze onderscheidt:
1. jachten sportwapenen (worden vrij verhandeld, maar mogen slechts met wettige reden gedragen worden);
2. verweerwapenen, zoals revolvers en pistolen (mogen slechts met machtiging van de politiecommissaris of van de rijkswachtbevelhebber gekocht worden en moeten regelmatig worden geregistreerd; voor het dragen ervan is vergunning van de procureur des konings vereist);
3. oorlogswapenen: bezit is onderworpen aan machtiging van de provinciegouverneur;
4. verboden wapenen, b.v. dolken en dolkmessen, uitneembare geweren (mogen niet vervaardigd, verkocht, vervoerd, opgeslagen of gedragen worden). Het bezit van een verboden wapen is door de wet niet verboden. Inbreuken worden gestraft met gevangenisstraf van een maand tot een jaar en/ of geldboete van BF 100-5000.
