Duits schrijver, *24.3.1927 Wasserburg. Walser studeerde litteratuur, filosofie en geschiedenis in Tübingen.
Hij is auteur van ironische hoorspelen, romans, verhalen en toneelstukken die scherp en kritisch eigentijdse problemen behandelen, m.n. de verhouding van de eenling tot de maatschappij en ten opzichte van het moderne leven. Zijn dramatische oeuvre toont voor het Duitse toneel zeldzame invloeden van het absurde en antiillusionerende theater. Walser was lid van Gruppe 47. Werken: Ein Flugzeug über dem Haus (1955), Ehen in Philippsburg (1957), Halbzeit (1960), Der Abstecher (1961), Beschreibung einer Form, F. Kafka (1961), Eiche und Angora (1962), Überlebensgross Herr Krott (1964), Der schwarze Schwan (1966) , Das Einhorn (1966), Die Zimmerschlacht (1967), Fiktion (1970), Die Gallisd’sche Krankheit (1972), Der Sturz (1973), Das Sauspiel (1975), Jenseits der Liebe (1976), Seelenarbeit (1979); essays: Erfahrungen (1965), Heimatkunde (1968), Aus dem Wortschatz unserer Kämpfe (1971).
LITT. K.Pezold, Das literarische Schaffen M.Walsers (1970); T.Beckermann (red.), Über M.Walser (1970); H.Saueressig en T.Beckermann. Bibliographie M.Walsers (1970); S.Petro, Die Bedeutung Prousts für ... Halbzeit (1976).
