(walste, heeft gewalst), met een wals of walsen pletten, harden, vormen, verdichten e.d.
Voor het walsen van staal wordt het materiaal tussen twee tegengesteld draaiende rollen gevoerd. Doordat de afstand tussen deze rollen iets kleiner is dan de dikte van het aangevoerde materiaal, wordt dat door de rollen gegrepen en geplet. Het voorprodukt wordt verkregen door een stalen blok (ingot) in een blokwals uit te walsen tot plakken (dikke platen) of blooms (dikke vierkante staven). Het staal kan ook rechtstreeks in een continu-gietinstallatie tot voorprodukt zijn gegoten. In een dikkeplaat-walserij worden plakken uitgewalst tot platen van ca. 5—200 mm dikte, die gebruikt worden voor de vervaardiging van schepen, opslagtanks, pijpleidingen en constructiewerk. In een warmbandwalserij worden plakken uitgewalst tot lange banden (1,5—12 mm dik) en vervolgens opgerold.
Een deel van deze banden wordt tot platen geknipt en vormt het uitgangsmateriaal voor b.v. gasflessen en constructiewerk; ook wordt de band, al of niet in stroken gesneden, gebruikt voor de fabricage van buizen en koudgewalste profielen. Het grootste deel van het warmgewalste band wordt in een koudbandwalserij uitgewalst tot dunne plaat, voor de vervaardiging van b.v. auto’s, wasmachines, pannen, radiatoren en stalen kasten. Een deel van dit breedband wordt nog dunner uitgewalst, met tin bedekt en gebruikt als blik voor de conservenblikkenindustrie. Op de staalplaat kunnen ook andere oppervlaktelagen worden aangebracht, b.v. zink (door galvaniseren). Bedekken met kunststof (plastificeren) komt eveneens voor; ook het bedekken met zink en kunststof, waarbij het zink de staalplaat tegen corrosie beschermt en de kunststoflaag tegen bepaalde chemische invloeden bestand is en/of voor verfraaiing dient. Aldus afgewerkte produkten worden in de vorm van geprofileerde plaat in de bouwnijverheid gebruikt.
Blooms worden ook in de knuppelwalserij tot knuppels (dunne vierkante staven) uitgewalst. Knuppels vormen weer een halffabrikaat voor de vervaardiging van naadloze buizen en van smeedwerk zoals krukassen. Verder als uitgangsmateriaal voor staafen draadwalserij, waar zij worden uitgewalst tot ronde of geprofileerde staven (die weer verwerkt worden tot bouten, moeren, assen enz.), en tot zgn. walsdraad, dat, door een trekmatrijs getrokken, draad oplevert.