v./m. (-en),
1. om een as wentelende zware, harde (meest stalen) cilinder dienende om iets te pletten, te harden of te vormen: de meeste walsmachines hebben twee walsen; de walsen van een mangel, de rollen ervan; (relatief) zware rol: de wals van een speelwerk;
2. machine, toestel met twee of meer cilinders zoals onder 1 bedoeld;
3. (wegenbouw) wegwals.
TECHNIEK
Een wals voorzien van een rol of van enkele tegen elkaar geplaatste rollen wordt o.a. gebruikt bij metaalbewerking, als breeken maalwerktuig, als plasticeerapparaat, bij het drukken van textiel en bij het vervaardigen van spiegelglas. Walsen zijn meestal uit gietijzer vervaardigd en voorzien van een hardstalen bekleding van mangaanstaal. Walsen met samenwerkende rollen van ongelijke middellijn of van gelijke maat maar met verschillende omtreksnelheden hebben een scheurende werking. Die werking kan versterkt worden door op het roloppervlak pennen of messen (hollander) aan te brengen. Voor het vervormen of verkleinen van metalen blokken, staven, buizen enz. heeft men blokwalsen (voor-, voorkaliber-en eindwals), profiel-, pijpen-, band-, en plaatwalsen, alsmede buig-, richten strekwalsen.
WEGENBOUW
De (weg)wals is een werktuig dat in de wegenbouw wordt gebruikt voor de verdichting van grond, van al of niet met cement gestabiliseerd zand en van bitumineuze verhardingslagen. De verdichting, die nodig is ter verhoging van de draagkracht van de wegconstructie, kan op een statische wijze, door middel van gewicht, en op een dynamische wijze, door middel van trillen, worden verkregen. Tot de statische walsen met eigen aandrijving behoren de driewielige wals en de tweewielige wals of tandemwals. Een bijzonder type is de bandenwals waarbij naast het gewicht ook de bandenspanning gevarieerd kan worden. Tot de dynamische walsen behoren de trilwalsen in velerlei uitvoering, b.v. getrokken of met eigen aandrijving, met één trilrol of in tandemuitvoering. Bij de statische walsen is de voor de verdichting benodigde energie afhankelijk van gewicht, rijsnelheid en aantal walsgangen.
Bij de trilwalsen is deze mede afhankelijk van de trillingsfrequentie op de trilrol.
UURWERK
Bij speelwerken (carillons) worden de hamers door middel van toetsen bewogen. Deze toetsen worden op hun beurt weer bewogen door de pennen, die in de wals(trommel) zijn gestoken. Het vereist een grote mate van vakbekwaamheid deze pennen zo in de wals te bevestigen, dat een juist klankbeeld van het gekozen wijsje ontstaat.