(sinds 1742) graaf van Orford, Engels staatsman, *26.8.1676 Houghton (Norfolk), ♰29.3.1745 Londen. Walpole werd in 1701 lid van het Lagerhuis.
Van 1708—10 was hij minister van Oorlog. In 1712 werd hij van malversaties beschuldigd, enige maanden in de Tower opgesloten en uit het Lagerhuis gestoten. Spoedig herkozen werd hij, naast zijn zwager Townshend, leider van de Whigoppositie en beheerde de financiën (1715) na de regeringswisseling tengevolge van de troonsbestijging van George I. Beiden traden af in 1717 naar aanleiding van een splitsing van de Whigs, maar Walpole kreeg in 1721 de leiding van de regering. Onder zijn bewind ontwikkelde zich de Engelse regeringsvorm van een onder leiding van de eerste minister staand kabinet, steunende op een meerderheid in het Lagerhuis. Walpoles vredelievende politiek was vooral gericht op herstel van de, na de mislukking van de Zuidzeecompagnie, zeer verwarde financiën en de bevordering van handel en industrie.
Hij had invloed op George II (door steun van koningin Carolina) en kon door zijn weigering zich in de adelstand te laten verheffen voor hij zijn titel erfde zijn politiek blijven verdedigen. Een groeiende oppositie onder leiding van William Pitt, die naar oorlog met Spanje dreef, maakte in 1742 een eind aan zijn bestuur. Hoewel Walpole een groot fortuin had verzameld en zich ongetwijfeld aan omkoperij had schuldig gemaakt, kon hem na zijn aftreden niets ten laste gelegd worden.
LITT. J.H.Plumb, R.Walpole (2 dln. 2e dr. 1972).