Ned. letterkundige, * 2.1.1879 ’s-Gravenhage, ✝ 12.12.1946 Amsterdam. Walch was redacteur voor toneelen letterkunde bij Het Vaderland (1909—16), adviseur bij het Schouwtoneel (sinds 1916), hoogleraar Ned. taalen letterkunde aan de Sorbonne te Parijs (1926—39) en directeur van de Toneelschool te Amsterdam (1939—46).
Zijn verdiensten lagen vooral op toneelgebied. Hij publiceerde enkele dichtbundels, een aantal romans (o.a. het geestige Galatea en Hans Brill, 2e dr. 1935) en biografieën. Werken: (letterkundige) studies: De varianten van Vondels Palamedes (diss. 1906), Punt en Corver (1918), Nieuw handboek der Ned. letterkundige geschiedenis (1943), Karolus Magnus (1947); toneel: Judas Ish-Karioth (1914), Mysteriespel (1916), Abailard en Heloïse (1919), De hoogste wet (1920), Antithese (1921).