o. (g. mv.),
1. nevelsluier, bedekkende laag van fijne druppeltjes of damp; (ook) een sluierachtige bedekking die belet dat men (iets) duidelijk kan zien: een waas voor de ogen krijgen; (fig.) zweem: een waas van geheimzinigheid;
2. met laagje, aan dauw gelijk, op kersen, pruimen, druiven enz.