Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vroom (godvruchtig)

betekenis & definitie

bn. en bw. (vromer, -st),

1. (vroeger) dapper: Berg op Zoom, houd u vroom;
2. godvruchtig: een vroom man; (in engere zin) de godsdienstige praktijken ijverig beoefenend: zij zijn erg vroom, fijn godsdienstig;
3. vrome wensen, die niet snel in vervulling zullen gaan, pia vota.

< >