Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vrijwillig filiaalbedrijf

betekenis & definitie

in de distributie een onder een gemeenschappelijke naam of namen werkende centraal geleide organisatie, bestaande uit een of meer gelijksoortige grossiers en een in het algemeen groot aantal gelijksoortige vrijwillig samenwerkende detaillisten, waarbij de eigendom en de exploitatie in handen van de afzonderlijke deelnemers blijven. Het vrijwillig filiaalbedrijf verschilt van de inkoopcombinatie door het feit dat het hier geen samenwerking betreft tussen alleen detaillisten, maar tussen detaillisten en grossiers.

Het moet vooral worden gezien als afweermiddel tegen het opdringende grootfiliaalbedrijf ( fiIiaalonderneming). Door het opbouwen van een ten minste even efficiënt distributiesysteem, maar met behoud van de financiële en juridische zelfstandigheid der samenstellende delen, tracht men dezelfde voordelen te behalen als het grootfiliaalbedrijf. Overigens vindt ook binnen het vrijwillig filiaalbedrijf een voortschrijdende delegatie van taken aan de centrale organisatie plaats, terwille van de slagvaardigheid in de concurrentiestrijd. Het eerste vrijwillige filiaalbedrijf kwam ca. 1920 in de VS tot stand, waar het vrijwillig filiaalbedrijf in de loop der jaren steeds meer in betekenis toenam. In West-Europa begon de ontwikkeling in 1931 in Nederland. In de jaren dertig werden de Spar-, Centraen Végé-organisaties gevormd, in 1941 gevolgd door Vivo, waarbij zich later ook nog o.a.

Kroon en A en O voegden. Ten dele in verband met de Tweede Wereldoorlog waren de organisaties aanvankelijk slechts van nationale betekenis. Toen Végé internationaal werd, volgden de andere snel en thans kunnen sommige vrijwillige filiaalbedrijven in alle Europese landen worden gevonden en heeft de Spar zelfs haar activiteiten tot andere continenten uitgebreid. Behalve in de kruideniersbranche komt het vrijwillig filiaalbedrijf ook in de dienstverlenende sector voor (b.v. in de horeca).

< >