v./m. (-steden), vrije rijksstad.
Vrijsteden waren in het OT de zes steden waarheen een onvrijwillige doodslager kon vluchten om veilig te zijn voor de hand van de bloedwreker. In de vrijstad mocht hij niet door de bloedwraak getroffen worden, maar had het recht zijn zaak door de rechtbank te laten behandelen. De steden waren: Kedes, Sichem en Hebron in het Westjordaanse land, en Golan, Ramot en Bezer in het land ten oosten van de Jordaan. Zie asielrecht.