Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vrijetijdsbesteding

betekenis & definitie

v., de (wijze van) besteding van de vrije tijd.

De tijd die niet door beroepsbezigheden in beslag genomen wordt, is sinds het einde van de 19e eeuw sterk toegenomen. Enerzijds door verkorting van de arbeidstijd (invoering van de 48-urige, later de 40-urige werkweek), anderzijds door uitbreiding van het aantal vakantiedagen. Tegelijkertijd raakten de traditionele vormen van vrijetijdsbesteding (zondagsrust, feestdaggebruiken) op de achtergrond en kwamen daarvoor sportbeoefening en door de industrie bevorderde activiteiten (hobby’s, doe-het-zelf e.d.), alsook een uitgebreid amusement via massacommunicatiemiddelen (m.n. televisie) in de plaats. Met het specialistischer worden van de arbeid en het daarmee verminderen van de ontplooiingsmogelijkheden in het werk, wordt de vrije tijd in de menselijke belevingswereld steeds belangrijker, arbeid gaat men steeds meer zien als datgene wat de middelen moet verschaffen om de vrije tijd aangenaam door te brengen. recreatie.

Litt. M. Lanfant, Sociologie van de vrije tijd (1974); T.J. Kamphorst en C.C.M. Withagen, Vrijetijdsbesteding en bedrijfsleven (1975).

< >