Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vrije stad

betekenis & definitie

1. elk van de middeleeuwse stadsrepublieken;

2. elk van de leden van de Duitse Bond met deze status;
3. Danzig (zie Gdansk, GESCHIEDENIS).

De middeleeuwse stadsrepublieken waren meestal bisschoppelijke steden, die zich sinds het midden van de 13e eeuw onafhankelijk hadden gemaakt, o.a. Keulen, Mainz, Worms, Spiers, Straatsburg, Bazel, Regensburg en Maagdenburg. De vrije steden bezaten dezelfde rechten en plichten als de rijkssteden, maar waren, in tegenstelling tot deze, ontslagen van bepaalde rijksplichten: zij behoefden b.v. geen geregelde rijksbelastingen te betalen en mochten door het Rijk niet verpand worden. De vrije steden, leden van de Duitse Bond, waren Hamburg, Bremen, Lübeck en Frankfort aan de Main. In 1867 werd Frankfort door Pruisen geannexeerd, terwijl Bremen de titel van vrije Hanzestad en Hamburg en Lübeck die van vrije en Hanzesteden bleven voeren. De drie laatstgenoemde steden bleven vrije steden tot 1933.

< >