m. (-s),
1. (België) rechter in het eerste ressort:
2. (buiten de Benelux) politierechter.
De Belg. vrederechter (pendant van de Ned. kantonrechter) wordt door de koning benoemd in het rechtsgebied van een rechterlijk kanton. Hij is belast met de rechtsbedeling in burgerlijke en commerciële zaken (voorzover wettelijk bevoegd) en in strafzaken (overtredingen waarop politiestraffen en wanbedrijven waarop correctionele straffen zijn gesteld). Wanneer de vrederechter in strafzaken zetelt wordt hij doorgaans-»-politierechter genoemd. Principieel is er één vrederechter per rechterlijk kanton (in totaal 219); één vrederechter kan bij KB belast worden met de dienst in één of meer naburige kantons. Daarnaast zijn in dichtbevolkte kantons politierechtbanken opgericht, die in het bijzonder belast zijn met de berechting van de strafzaken.