Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vorstscheur

betekenis & definitie

v./m. (-en), een verticaal verlopende spleet in schors en buitenste hout van bomen.

Een vorstscheur ontstaat vooral in de late winter bij zonnige dagen en nog koude nachten. Harde houtsoorten hebben er meer van te lijden dan zachte, vrijstaande bomen meer dan bomen in de gesloten opstand. De boom tracht door de vorming van wondweefsel de ontstane wond te overgroeien. Deze scheurt in een volgende winter weer gemakkelijk open; het proces herhaalt zich en er ontstaan vorstlijsten. De stam vermindert sterk in waarde.

< >