Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vormingswerk

betekenis & definitie

o., (vroeger: volksontwikkeling), educatieve arbeid met volwassenen buiten het onderwijsbestel.

Het vormingswerk is in Nederland onder invloed van de Verlichtingsfilosofie op gang gebracht door Jan Nieuwenhuijzen, die 1784 met enkele vrienden de Maatschappij tot Nut van ’t Algemeen had opgericht. De ‘nutsdepartementen’ fungeren nog, vooral op het platteland, als vormingscentra. In de steden is hun taak overgenomen door de volksuniversiteiten (sinds 1913) en de Instituten voor Arbeidersontwikkeling (sinds 1924; sinds 1959 Nederlands Instituut voor Volksontwikkeling en Natuurvriendenwerk), terwijl (sinds 1931) de volkshogescholen en de vormingscentra in internaatsverband zich hebben ontwikkeld, andragogische wetenschap, volkshogeschool.

LITT. A.C.J. de Vrankrijker, Volksontwikkeling (1962); J. de Vries, Ontsloten poorten (1963); T.T. ten Have (red.), Vorming (2e dr. 1965); E. Warries, Externe en interne vormingscursussen (1968); G. van den Akker, Vormingswerk, een oriëntatie (1969); T.T. ten Have (red.), Functie en toekomst van het vormingsen ontwikkelingswerk met volwassenen (1969).

< >