(zat voor, heeft voorgezeten),
1. (kaartspel) de eerste beurt van spelen hebben;
2. aan het hoofd zitten, m.n. in een vergadering om deze te leiden, presideren;
3. beoogd zijn: wat heeft daarbij voorgezeten? wat was de bedoeling?
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
(zat voor, heeft voorgezeten),
1. (kaartspel) de eerste beurt van spelen hebben;
2. aan het hoofd zitten, m.n. in een vergadering om deze te leiden, presideren;
3. beoogd zijn: wat heeft daarbij voorgezeten? wat was de bedoeling?
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: