het (rekenkundig) gemiddelde over een steeds verschuivend deel van een tijdreeks. Heeft men b.v. over de jaren 1968—74 de opeenvolgende jaarcijfers: 105, 100, 90, 100, 105, 110, 105, dan berekent men het vijfjaars voortschrijdend gemiddelde door het rekenkundige gemiddelde over de vijf jaar 1968—72 toe te kennen aan het middelste jaar 1970, het gemiddelde over de volgende vijfjaar (1969—73) toe te kennen aan 1971 enz.
Men krijgt dan over 1970—72 de vijfjaarse voortschrijdende gemiddelden, 100, 101, 10
2. Het voortschrijdende gemiddelde wordt toegepast om toevallige en periodieke schommelingen in een reeks zoveel mogelijk te elimineren. De gebruikte lengte van het gemiddelde hangt af van de periodiciteit van de te elimineren schommelingen. Wil men b.v. uit een maandreeks de seizoenbeweging elimineren dan kiest men een twaalfmaands voortschrijdend gemiddelde.