(legde voor, heeft voorgelegd),
1. vóór (iemand) neerleggen, m.n. om te vertonen;
2. iemand zijn plannen voorleggen, uiteenzetten; iemand een vraag, een zaak voorleggen, aan zijn oordeel onderwerpen.
Gepubliceerd op 31-01-2022
betekenis & definitie
(legde voor, heeft voorgelegd),
1. vóór (iemand) neerleggen, m.n. om te vertonen;
2. iemand zijn plannen voorleggen, uiteenzetten; iemand een vraag, een zaak voorleggen, aan zijn oordeel onderwerpen.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: