1. o., door twee ploegen van zes spelers beoefend netspel;
2. m. (-len), bal voor het genoemde spel.
Volleybal wordt gespeeld op een speelveld van 9 m X 18 m (meestal in een zaal of sporthal), met een ronde, lederen bal met een omtrek van ca. 68 cm en een gewicht van 250-300 g. De bal wordt met de hand geslagen over een net van 10 m x 0,9 m. Bij herenploegen is de hoogte van het net 2,43 m boven de grond, bij damesploegen 2,24 m. Het spel begint met een opslag, de tegenpartij moet de bal terugspelen voordat deze door vier spelers is aangeraakt (uitgezonderd bij het blokkeren van smashes, waarna de bal nog driemaal mag worden beroerd) of voordat deze de grond heeft geraakt. Wanneer dit niet lukt, heeft de slagpartij een punt gewonnen en mag zij opnieuw serveren. Alleen de partij die de opslag heeft, kan scoren.
Wordt een fout gemaakt door de serverende partij, dan gaat de opslag naar de tegenstander. In Nederland bestaan er ca. 1360 clubs met in totaal ca. 100 000 leden, verenigd in de Ned. Volleybalbond (NEVOBO) , opgericht in 1947. België heeft ca. 850 volleybalclubs met in totaal 34 000 leden, georganiseerd in de Belg. Volleybalbond, die dateert van 1945. De internationale volleybalorganisatie is de Fédération Internationale de Volleybal (FIVB).