v., het berusten van het hoogste gezag bij het volk; het afleiden van het hoogste gezag uit het volk.
Hoewel volkssoevereiniteit letterlijk hetzelfde is als democratie, wordt de eerste term meer gebruikt om de fundering van het staatsgezag op het volk, de tweede om de daadwerkelijke zeggenschap van het volk aan te duiden. Volgens het beginsel van de volkssoevereiniteit komen alle staatsorganen voort uit de samenleving, natie of staat uit een overeenkomst van voordien geheel vrije mensen (de zgn. verdragstheorie). De gedachte van de volkssoevereiniteit kwam reeds in de oudheid voor, maar bloeide m.n. in de nieuwere tijd op als uitvloeisel van de theorieën betreffende een maatschappelijk verdrag. Zij is neergelegd in de grondwet van vele landen.
LITT. Q.Skinner, The foundations of modern political thought (1979).