o., het samenstel van geschreven en ongeschreven regels die de onderlinge betrekkingen tussen de staten beheersen, ius gentium.
Het hedendaagse volkenrecht is voortgekomen uit het systeem dat in Europa is ontstaan en dat zich met en door de Europese expansie in de wereld tot een algemeen internationaal recht heeft ontwikkeld. In Europa kwam het volkenrecht tot ontwikkeling toen diverse staten zich naast elkaar handhaafden en er tussen hen een druk verkeer ontstond, m.n. sedert de Vrede van Westfalen (1648). Lange tijd beperkte het zich tot de christelijke staten in Europa (Europees volkenrecht); in 1783 traden de VS tot de volkenrechtsgemeenschap toe; in het begin van de 19e eeuw de Zuiden Middenamerikaanse staten; in 1856 Turkije, terwijl sinds het einde van de 19e eeuw ook andere buiten-Europese staten, m.n. Japan, aan het volkenrechtelijke verkeer deelnemen. Het dekolonisatieproces na de Tweede Wereldoorlog en de daarmee gepaard gaande enorme toename van het aantal staten heeft tot een volkenrechtsgemeenschap geleid waarin homogeniteit in cultureel, politiek, sociaal, en economisch opzicht grotendeels ontbreekt, hetgeen weer ten koste is gegaan van gemeenschappelijke rechtsovertuigingen. Deze situatie kan leiden tot het ontstaan van regionale volkenrechtssystemen.
Tot de grondleggers van het volkenrecht behoren Hugo de Groot (de schrijver van Mare liberum, 1609 en De iure belli acpacis, 1625), A.Gentili {De iure belli libri tres, 1588—89), F.Suarez (ca.1600), R.Zouche (1590—1660), S.von Pufendorf (1632—94), C.Thomasius (1655—1728), C.van Bijnkershoek (1673-1743), C.Wolff (1697-1754), G.F.de Martens (1756—1821) en J.C.Bluntschli (1808-81), welke laatste een codificatie van het volkenrecht maakte (1868). Het Institut de Droit International, de International Law Association en de Interparlementaire Unie zijn instellingen die de ontwikkeling van het volkenrecht zeer bevorderd hebben. Van bijzonder belang is de International Law Commission, in 1947 door de Algemene Vergadering van de VN ingesteld, die belast is met de geleidelijke ontwikkeling en codificatie van het volkenrecht.
LITT. A.Nussbaum, A concise hist. of the law of nations (1953); B.V.A.Röling, Intern, law in an expanded world(1960); W.Friedmann, The changing structure of intern, law (1964); C.H.Alexandrowicz, An introd. to the hist. of the law of nations in the East Indies (1967).