Georg Josef, Duits componist, muziektheoreticus en organist, *15.6.1749 Würzburg, ♰6.5.1814 Darmstadt. Vogler was priester.
Hij was in dienst van de keurvorst van de Palts, Karl Theodor. Van 1772-75 maakte hij een studiereis naar Italië. In 1775 stichtte hij te Mannheim een muziekschool, waar wiskunde de grondslag van het onderwijs vormde. Van 1786—99 was Vogler in dienst van de Zweedse koning. Hij maakte concertreizen als orgelvirtuoos. In 1807 werd hij hofkapelmeester te Darmstadt, waar hij tevens een muziekschool leidde.
Tot zijn leerlingen behoorden G.Meyerbeer en C.M. von Weber. Vogler hield zich ook bezig met de orgelbouw. In zijn muziek trachtte hij een verbinding te scheppen van de stijl van de oude kerkmuziek met de romantische harmonieën. Composities: kerken kamermuziek, opera’s. Werken: Tonwissenschaft und Tonsetzkunst (1776), Churpfälzische Tonschule (1778), Betrachtungen der Mannheimer Tonschule (1778-81), Organist-Schola (1799), Choral-System (1800), Data zur Akustik (1801), Gründliche Anleitung zum Clavierstimmen (1807), System für den Fugenbau (1811).
LITT. H.Kreitz, Abbé G.J.Vogler als Musiktheoretiker (diss. 1957).