v. (-en),
1. aansluiting;
2. (recht) vrijwillige aansluiting van een derde bij een der gedingvoerende partijen ter steun van deze; (strafzaken) verenigde behandeling;
3. voegsel.
Voor voeging moet deze derde de toestemming van de rechter hebben. Hiervoor moet hij aantonen dat zijn eigen rechtspositie zou worden geschaad door een beslissing ten nadele van de partij die hij door voeging wil steunen (dit in tegenstelling tot -tussenkomst). Voorbeeld: de borg die de schuldenaar steunt tegenover de schuldeiser.
Voeging van gedingen kan door een van de partijen worden gevraagd indien voor dezelfde rechter tussen dezelfde personen en over hetzelfde onderwerp tegelijk zaken aanhangig zijn of voor dezelfde rechter verknochte zaken aanhangig zijn (-verknochtheid).