o., de betrekkelijke hoeveelheid vocht in een stof, materiaal e.d.
Het vochtgehalte van hout is de hoeveelheid vocht, m.n. water, die hout bevat, uitgedrukt als percentage van het geheel droge gewicht. Het vochtgehalte van vers gekapt hout is ca. 40-ca. 200 %, afhankelijk van de houtsoort. Bij gedroogd hout is, afhankelijk van de relatieve vochtigheid van de cm H2O omringende lucht van 0-100 %, het vochtgehalte 0 tot ca. 25-32 %. Er is een direct verband, specifiek voor de houtsoort, tussen daling of stijging van het vochtgehalte als gevolg van verandering van luchtvochtigheid en de mate van krimpen resp. zwellen van het hout. Zie drogen, HOUTINDUSTRIE.
