v. (-s), ontwapeningsconferentie inzake de vloot.
Onder invloed van de ontwapeningsbeweging na de Eerste Wereldoorlog kwam op uitnodiging van de VS in nov. 1921 de Vlootconferentie van Washington bijeen, die in febr. 1922 overeenstemming bereikte over de beperking van het aantal en de tonnage van slagschepen en hun bewapening. De vijf grote mogendheden (de VS, Groot-Brittannië, Japan, Frankrijk en Italië) aanvaardden een vaste onderlinge krachtsverhouding (5 : 5 : 3 : 1,75 :1,75), terwijl werd bepaald dat de eerstkomende tien jaar geen nieuwe slagschepen zouden worden gebouwd. De Vlootconferentie van Londen (1930) bracht de zaak niet verder. Frankrijk en Italië vooral verhinderden overeenstemming. De VS, Groot-Brittannië en Japan werden het eens over een verhouding 10 : 10 : 6,7. De verplichting om geen nieuwe slagschepen te bouwen werd tot 31.12.1936 verlengd.
Voor de Tweede Vlootconferentie van Londen (dec. 1935) bleek de toestand door de Japanse agressie tegen China nog ongunstiger te zijn geworden. Japan vroeg pariteit met de VS en Groot-Brittannië. Omdat dat Japanse superioriteit in het Verre Oosten zou betekenen, was er geen kans op inwilliging van deze eis. Japan verliet de conferentie op 15.1.1936 met de verklaring dat de bestaande verdragen zijn veiligheid niet langer waarborgden. De VS en Groot-Brittannië handhaafden de verhouding van Washington, maar betekenis hadden de afspraken bij de toenemende spanning in de wereld niet meer.