o. (-sen), kompas waarbij de naald met de roos in de vloeistof opgesteld is voor het dempen van ongewenste, slingerende bewegingen.
Het vloeistofkompas verschilt van het droog kompas in de constructie van de roos en de ketel. Van de ketel is het bovenste deel gevuld met een mengsel van ⅔ alcohol en ⅓ zuiver water, gescheiden van het onderste deel door een dunne gegolfde veerkrachtige plaat of een expansietrommel om temperatuurschommelingen te ondervangen. De roos bestaat uit mica of geëmailleerd koper, bevestigd op een waterdichte koperen doos, de drijver, waardoor de druk op de kompaspen vermindert. Het magnetenstelsel bestaat doorgaans uit twee krachtige magneten die onder de drijver hangen en in messingen hulzen steken. Daar het vloeistofkompas een grote richtkracht en stabiliteit bezit en de invloed van de trillingen aanmerkelijk dempt, wordt het vooral gebruikt als stuurkompas.