Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Vilvoorde

betekenis & definitie

(Fr.: Vilvorde), Belg. gemeente in de prov. Brabant (arr.Halle-Vilvoorde), 21,56 km2, 35 970 inw.

Het belangrijkste bestaansmiddel is de industrie. Er zijn grote bedrijven voor metaalconstructie, auto-assemblage, verwarmingsen koeltoestellen, chemische industrie, verfbereiding en er is een gevarieerde lichte industrie. Daarnaast is de landbouw op zanden leembodems van belang. Door de nabijheid van Brussel is de dienstverlenende sector van ondergeschikte betekenis. Sinds 1848 is er in Vilvoorde een rijkstuinbouwschool. Bezienswaardig zijn de gotische Onze-Lieve-Vrouwkerk (13e-16e eeuw), de barokke Onze-Lieve-Vrouw-ten-Troostkerk (17e eeuw) met miraculeus Onze-Lieve-Vrouwbeeld (ca. 1248), de Sint-Antonius-Abtkerk (18e eeuw) met orgel uit 1710, het gebouw Kijk Uit, de overdekte Markthal, de oude herberg In ’t Canon, de dorpswoning De Posthoren, het stadhuis (19e eeuw) met een rijke verzameling moderne schilderijen, tekeningen en gravures, het landgoed Drie Fonteinen (14 ha; nu stadspark), de Romeinse begraafplaats Seneca-tumulus, een 17e-eeuwse hoeve en een kasteel met park. Vilvoorde werd met ingang van 1.1.1977 uitgebreid met Peutie.

< >