o. (-ken),
1. (bij timmerlieden) schuine stootnaad van elkaar ontmoetende lijsten enz. die samen een rechte hoek maken;
2. (recht) de omstandigheid dat eiser of gedaagde op de zitting niet is verschenen aan welk verzuim rechtsgevolgen zijn verbonden; verstek laten gaan, niet verschijnen.
RECHT
Als in Nederland in een burgerlijk rechtsgeding de eiser niet verschijnt, wordt er tegen hem verstek verleend. De gedaagde wordt dan van de instantie ontslagen en de eiser veroordeeld in de kosten. Indien de gedaagde niet verschijnt, wordt tegen hem verstek verleend en de vorderingen van de eiser, zonder dat de waarheid van de gestelde feiten onderzocht behoeft te worden, toegewezen, tenzij ze de rechter onrechtmatig of ongegrond voorkomen. De gedaagde die bij verstek is veroordeeld kan daartegen binnen zekere termijn -»^verzet doen en de zaak nogmaals voor dezelfde rechter brengen. Blijft hij dan wederom weg, dan baat verzet niet meer. De eiser tegen wie verstek is verleend heeft geen middel van verzet, maar mag de zaak opnieuw beginnen. In zaken waarin door de wet procesvertegenwoordiging is voorgeschreven, kan een partij alleen verschijnen bij procureur, resp. advocaat.
Ook in strafzaken kan bij verstek vonnis worden gewezen. De rechter kan echter gelasten dat verdachte voor hem wordt gebracht. Tegen vonnis bij verstek kan de veroordeelde in verzet komen.
In België kan in burgerlijke zaken verstek gevorderd worden tegen de partij die niet op de inleidende terechtzitting verschijnt. Wordt bij verstek vonnis gewezen, dan moet dit vonnis binnen één jaar betekend worden, anders wordt het als niet bestaand beschouwd. In strafzaken kunnen de betrokken partijen zich veelal laten vertegenwoordigen door een advocaat, maar de rechter kan ook hun persoonlijke verschijning eisen. Wordt daaraan geen gehoor gegeven, dan wordt uitspraak gedaan bij verstek. Daartegen kan verzet worden aangetekend, behalve wanneer de uitspraak wordt gedaan door een onderzoeksgerecht.