v. (-en),
1. het verschuiven; (geologie) verplaatsing van twee stukken (schollen) van de aardkorst ten opzichte van elkaar langs een breukvlak; (ook) zo’n breukvlak;
2. opschorting;
3. het verschoven-zijn: er heeft een grote plaatsgehad in de samenstelling van het parlement, de verdeling van de zetels over de partijen is heel anders geworden.