Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Versailles, vrede van

betekenis & definitie

op 28.6.1919 gesloten vredesverdrag van de Geallieerden en Duitsland na de Eerste Wereldoorlog, voorbereid op een geallieerde conferentie te Parijs (waarbij geen vertegenwoordigers van Sovjetrusland werden toegelaten). Ofschoon de beslissingen formeel in voltallige conferentie werden genomen, kwamen de belangrijkste in feite tot stand door de Grote Vier: Wilson (VS), Lloyd George (Groot-Brittannië), Clémenceau (Frankrijk) en Orlando (Italië).

Duitsland moest Elzas-Lotharingen afstaan aan Frankrijk, Polen kreeg een uitgang naar zee, Danzig werd een vrije stad; over het lot van Eupen-Malmédy, NoordSleeswijk, Opper-Silezië en Zuidoost-Pruisen zou door middel van volksstemmingen worden beslist. Oostenrijk-Hongarije werd in verscheidene staten opgelost; Anschluss van Oostenrijk bij Duitsland werd ‘onmogelijk’ door deze afhankelijk te maken van toestemming van de Volkenbond, die door dezelfde Vrede van Versailles in 1920 werd opgericht. Het Saargebied zag zijn kolenmijnen in Frans bezit overgaan; het werd van DuitsIand losgemaakt, maar zou er zich na 15 jaar door middel van een volksstemming weer bij kunnen aansluiten. Besloten werd tot een 15-jarige bezetting van de linkeroever van de Rijn en tot de oprichting van enkele bruggehoofden op de rechteroever. Het Duitse leger werd beperkt tot 100 000 man, zonder tanks en vliegtuigen. Ter zee werd slechts een kleine verdedigingsmacht van 36 oorlogsvaartuigen (geen onderzeeboten) toegestaan.

Duitsland werd gedwongen de volledige schuld voor het uitbreken van de oorlog op zich te nemen, vooral ook ter rechtvaardiging van de zware herstelbetalingen die het moest opbrengen. Alle koloniën werden aan Duitsland ontnomen. Het Diktat van Versailles (er werd niet onderhandeld met de verslagenen) stuitte in Duitsland op veel weerstand, die zich o.a. richtte tegen het feit dat de Weimar-republiek de bepalingen aanvaard had en die mede leidde tot het latere succes van het nationaal-socialisme en zijn revanchisme, en daarmee tot de Tweede Wereldoorlog.

LITT. A.J.Mayer, Politics and diplomacy of peacemaking (1968); P.Renouvin, Le traité de Versailles (1969); P.Miguel, La paix de Versailles et Topinion publique française (1971); D.Kitsikis, Le rôle des experts à la conférence de paix de 1919 (1972).

< >