Paul Marie, Frans dichter, *30.3.1844 Metz, ♰8.1.1896 Parijs; zoon van een legerofficier. Verlaine verhuisde in 1852 naar Parijs, waar hij later o.a. een kantoorbaan bij de gemeente had.
Hij publiceerde in de Parnasse Contemporain, het tijdschrift van de Parnasse. Een van de weinige optimistische bundels gedichten, La bonne chanson (1871), is geïnspireerd door zijn verloving en huwelijk met Mathilde Mauté de Fleurville (1870). Het geregelde burgerbestaan was echter slechts van korte duur. In 1871 ontmoette Verlaine Arthur Rimbaud, met wie hij een hartstochtelijke, intieme vriendschap sloot en wiens invloed zo groot was dat zij samen gingen zwerven (1872). Toen Verlaine in een dronken bui te Brussel Rimbaud wilde doodschieten, leverde hem dat 18 maanden gevangenisstraf op (1873—74). In 1874 liet zijn vrouw zich van hem scheiden.
Verlaine probeerde een geregeld leven te leiden, keerde zich tot het rooms-katholicisme en schreef Romances sans paroles (1874) en Sagesse (1881). Daarna werd hij leraar in Engeland (1877-79) en schreef de studie Les poètes maudits (1884-88) en de bundel Jadis et naguère (1885). Vervolgens leidde hij te Parijs opnieuw een losbandig leven. Gekweld door alcoholisme en door een reumatische aandoening, leefde hij in behoeftige omstandigheden, wat tot uiting kwam in zijn laatste werken: Amour (1888), Parallèlement (1889), Mes hôpitaux (1891), Mes prisons (1893), Confessions (1895). Verlaines werk is zuiver lyrisch. Zonder retoriek of gekunsteldheid geeft hij op een impressionistische wijze het hele scala van menselijke gevoelens en ervaringen weer.
Zijn taal is zeer muzikaal en genuanceerd. Hij geldt als een voorloper van het symbolisme. Werken: Poèmes saturniens (1866), Fêtes galantes (1869), Mémoires d'un veuf (1886), Femmes (1890), Dédicaces (1890), Bonheur (1891), Chansons pour elle (1892), Liturgies intimes (1892), Quinze jours en Hollande (1893; autobiografie; Ned. vert. 1978), Chair (1896), Invectives (1896), Voyage en France (1907). Uitgaven: Oeuvres complètes (5 dln. 3e dr. 1943); Oeuvres poétiques complètes door Y.Le Dantec (3 dln. 1938; herziene dr. 1962), Correspondance, door A.van Bever (3 dln. 1926-29; 7 dln. 1941).
LITT. C.Cuénot, Le style de Verlaine (1963); J.Richardson, Verlaine (1971); H.Maisongrande, Verlaine (1973); C.Mackworth, English interludes (1974).