Ned. schrijver, *28.4.1897 Arnhem, †4.6.1965 Arnhem. Verhoeven was aanvankelijk journalist, daarna directeur van de Jan van Eyck Academie en de toneelschool te Maastricht.
Hij was een van de voormannen van de katholieke emancipatie m.n. op cultureel gebied en lid van de Tweede Kamer en de Gelderse Staten voor de KVP. Verhoeven was (mede)oprichter en medewerker van periodieken als De Beiaard, Roeping en De Gemeenschap. Hij schreef barokke poëzie met een godsdienstig-mystieke inslag. Werken: poëzie: Van schijn en schemer (1917), De voorhof 1921), De pelgrim (1924), Maskers (1937), De hof van rozen en olijven (1942); essays: De zilveren spiegel (1931), Cultuur en overheid (1970); studies: H. Roland Holst (1925), Guido Gezelle (1930), Karel van de Woestijne (1940); vertaling: De poëzie van San Juan de la Cruz (1946).