(verglaasde, heeft en is verglaasd),
1. in glas veranderen: het vuur verglaast het zand;
2. gebakken klei en aardewerk (baksteen, dakpannen, tegels, buizen e.d.) met een dun laagje glazuur overdekken (keramiek, glazuren);
3. vensters met glas dichtmaken: lichtopeningen verglazen.