[Du., theorie van de toenemende verpaupering], theorie van Karl Marx, volgens welke de materiële omstandigheden van de arbeiders onder het kapitalisme steeds slechter zullen worden. Marx achtte dit het meest waarschijnlijke resultaat.
Tegelijkertijd sloot hij echter niet uit, dat de werknemers (tijdelijk) een hogere levensstandaard kunnen bereiken. De Verelendungstheorie is in marxistische kringen sterk omstreden. Volgens sommige marxisten komt zij bij de latere Marx niet meer voor. Wel is zij duidelijk aanwijsbaar in het Communistisch Manifest (1848) en in deel I van Das Kapital (1867). De Verelendungstheorie speelt in de tactiek van het marxisme een grote rol. Als gevolg van hun achteruitgaande levensstandaard zouden de arbeiders rijp worden voor de proletarische revolutie. marxisme.LITT. E.Mandel, Marxistische Wirtschaftstheorie (1970).