v., (psychoanalyse) verbanning van onaanvaardbaar geachte impulsen, gevoelens enz. naar het onbewuste.
Verdringing is een van de psychische afweermechanismen. Als een bepaalde (b.v. seksuele of agressieve) impuls uit het driftleven door het superego wordt verboden, ontstaat een conflict in het ego, en daardoor angst of schuldgevoel. Om hieraan te ontkomen, kan het individu het conflict ‘vergeten’. Verdrongen impulsen en reacties daarop zijn in verhulde vorm herkenbaar in dromen, vergissingen enz. Soms doen zij neurotische symptomen ontstaan. De psychoanalytische therapie tracht verdrongen conflicten bewust te maken en alsnog tot een oplossing te brengen.
LITT. H.Nagera (red.), Basic psychoanal. concepts on the theory of instincts (1970).