v. (-en), confiscatie.
In het Ned. recht kan verbeurdverklaring vrijwel alleen als bijkomende straf worden opgelegd. Vatbaar voor verbeurdverklaring zijn:
1. eigendommen van de veroordeelde die geheel of grotendeels door middel van het strafbare feit zijn verkregen;
2. voorwerpen waarmee het feit is begaan of voorbereid;
3. voorwerpen waarmee de opsporing van het misdrijf is belemmerd;
4. voorwerpen die tot het begaan van het misdrijf zijn vervaardigd of bestemd.
Algemene verbeurdverklaring van de goederen die aan een schuldige toebehoren is niet meer mogelijk, maar was in het Oudned. recht zeer in zwang. In België gelden ongeveer dezelfde regels. In bepaalde gevallen is verbeurdverklaring ook mogelijk als beveiligingsmaatregel om schadelijke of gevaarlijke voorwerpen uit de omloop te laten verdwijnen. De eigendomsvoorwaarde geldt dan niet en de maatregel kan zelfs bij vrijspraak worden getroffen.