René, Vlaams schrijver, *18.4.1904 Wilsele, ♰13.11.1979 Mortsel. Verbeeck was leraar en redacteur van de tijdschriften De Tijdstroom (1930—34) en Vormen (1936—40).
Hij richtte De Bladen voor de Poëzie op, waarin van 1937—44 m.n. jongere dichters aan het woord kwamen. Hij reageerde tegen de excessen van het expressionisme en was een vertegenwoordiger van het vitalisme. In 1975 werd zijn bundel Liedjes voor Sarai en andere gedichten bekroond met de Belg. Staatsprijs voor Poëzie. Werken: poëzie: Oriëntering (1926), De donkere bloei (1930), De minnaars (1935), De dwaze bruid (1937), Tusschen twee werelden (1940), Een huis voor Simone (1940), Heilig leven (1940), Op het spalier der maanden (1948), Van Eros tot requiem (1964), De zomer staat hoog en rijp (1965), Van de zalige knoop van man en vrouw (1971), Het meisje van Rochehaut (1976); essays: De dichter H.Marsman (1959), P.G.Buckinx (1964).