voorvoegsel van ww. en daarvan afgeleide substantieven met o.a. de volgende betekenissen:
1. verwijdering of verplaatsing: verbannen, vervoeren, verplanten; ook in de zin van aan het oog onttrekken: verbergen, verschuilen;
2. het overgaan in andere handen: verhuren, verkopen;
3. een (anders) worden of maken (tot): verbleken, verzilveren, verbouwen, verdikken, verdampen; ook in de zin van opnieuw, her-: verademen, verbakken;
4. het opgaan of verloren gaan: verschrijven, verspelen; (ongunstig) verachten, veroordelen;
5. bij elkaar raken of brengen: verbinden, verenigen;
6. misgaan: verdwalen, vergroeien;
7. met perfectieve (effectieve) betekenis: verbouwen, verdragen; in een aantal oude ww. wordt de betekenis van het grondwoord niet duidelijk meer gevoeld, zij staan dus op zichzelf: verdwijnen, verliezen, verminken, verschillen.