Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Venus (planeet)

betekenis & definitie

de tweede planeet van het planetenstelsel (van de zon af gerekend). Venus is als binnenplaneet beurtelings morgenen avondster (grootste elongatie 46 °) en vertoont volledige schijngestalten (voor het eerst waargenomen door Galilei, 1610).

Venus is omgeven met een dikke wolkenlaag, die het oppervlak aan de waarneming onttrekt, waardoor de kennis omtrent deze planeet pas wezenlijk is toegenomen sinds de opkomst van de radarastronomie (bepaling rotatietijd) en de ruimtevluchten van m.n. de Russische Venera’s 9 en 10 (1975) en de Amerikaanse Pionier 13 (1978), die tot het oppervlak van de planeet doordrongen.Uit de waarnemingen van de ruimtesondes is gebleken dat het Venusoppervlak bedekt is met stof en vrij scherpe platte keien met een omvang van enige decimeters.

Uit radarwaarnemingen vanaf de aarde maakt men op dat er wel inslagkraters op Venus zijn, maar dat het oppervlak daar niet mee is bezaaid zoals op de Maan en Mercurius. Verder zijn er aanwijzingen voor grote vlaktes, bergen en bergketens (3 km hoog, 120 km lang). De temperatuur op het oppervlak is ca. 450 °C (dag en nacht), welke hoge temperatuur wordt veroorzaakt door het broeikaseffect van de atmosfeer die grotendeels uit C02 bestaat (97 %). Op het Venusoppervlak heerst een rode schemering, maar het zicht is er goed; de positie van de zon is door het dichte wolkendek niet te bepalen. Het wolkendek, dat homogeen en vrij stabiel is, vertoont weinig details. Het roteert in dezelfde richting als de planeet, alleen sneller (1 omwenteling in 4 dagen).

Het wolkendek bestaat uit drie lagen. De onderste laag van 48-50 km hoogte bestaat uit vrij grote deeltjes (10-15 pm) vloeibare en vaste zwavel. De tweede laag van 50-56 km bestaat uit kleinere zwaveldeeltjes en druppeltjes zwavelzuur. De bovenste wolkenlaag van 56-70 km hoogte bestaat uit druppeltjes zwavelzuur (ca. 1 pm groot). Op een hoogte van ca. 90 km begint de ionosfeer die zich aan de zonzijde uitstrekt tot ca. 500 km hoogte, aan de schaduwzijde tot ca. 3000 km hoogte. De wisselwerking tussen de ionosfeer en de zonnewind verloopt net zo als bij de aarde, alleen in versterkte mate.

Op Venus is een hoger gehalte aan argon aangetroffen dan op aarde. Deze ontdekking houdt in dat de bestaande theorieën over het ontstaan van het planetenstelsel aangepast moeten worden omdat zij juist een lager gehalte aan argon op Venus voorspelden.

< >