Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Venijn

betekenis & definitie

[Lat. venenum, vergif], o.,

1. gif, vergif; (spr.) het zit in de staart, het gif zit in het slot;
2. boosaardigheid: venijn spuwen (fig.) boosaardige of lasterlijke dingen zeggen; (spr.) geen erger venijn dan kwade tongen;
3. boosaardig mens: stuk venijn.

< >