Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 31-01-2022

Veneti

betekenis & definitie

in de oudheid vijf volken van verschillende afstamming:

1. de Veneti op de noordkust van Klein-Azië, reeds in Homeros’ Ilias genoemd;
2. de Veneti in de Balkan;
3. de Veneti in Noord-Italië, waarschijnlijk Illyriërs;
4. de Veneti (Venetes) op de westkust van Bretagne;
5. de Slavische Veneti (de tegenwoordige Wenden; Sorben).

Venetiaan

m. (-anen), inwoner van Venetië.

Venetiaanse School (schilderkunst)

benaming voor de bloeiperiode in de Venetiaanse schilderkunst, die omstreeks het einde van de 15e eeuw begon en die, zij het met onderbrekingen, tot in de 18e eeuw duurde. Vanaf 1430 ontstonden in de staat Venetië onder invloed van Mantegna nieuwe stijlen in het atelier van Antonio en Bartolomeo Vivarini op het eiland Murano. Hun originele interpretatie van de strenge plasticiteit van de Florentijnen leidde tot een nieuwe stijl, die zich onderscheidde door de rijke en minutieuze versiering en de heldere kleuren. Deze werkwijze werd voortgezet door o.a. Lotto en Crivelli. De levens van schutsheiligen werden geschilderd in de vergaderzalen (scuole) van lekebroeders.

Giovanni Bellini helde spoedig over naar een pittoreske, verhalende stijl, die in de werken van Carpaccio zijn hoogtepunt kreeg. Giorgione en Titiaan waren de grote Venetiaanse meesters van de renaissance. Het maniërisme vond in Tintoretto en Veronese twee sterke vertegenwoordigers. Na hun dood kwam eerst in de 18e eeuw een laatste hoogtepunt met de decoratieve schilderkunst van Tiepolo, Canaletto, Longhi en Guardi.

< >